En dan is het weer tijd om Cambodja te verlaten en passeren we voor de tweede keer deze reis de grens met Vietnam. De route naar de grens is erg stoffig, een 15 km lange dirtroad. Er is nogal wat
verkeer, dus de buffs gaan weer voor de mond en neus. Dat voorkomt echter niet dat de rode stof weer helemaal in onze huid en haar dringt. Dat hebben we de afgelopen weken al een paar keer ervaren
na een stoffige rit. We wassen ons echt goed (we hebben zelfs een zachte borstel gekocht) maar de handdoeken waarmee we ons afdrogen zijn zelfs na een uitgebreide douche met zeep en borstel niet
helemaal schoon. De stof zit kennelijk diep in alle poriën. De grensovergang gaat soepel dit keer. Een douanier maakt zelfs nog een grapje dat mijn foto prima lijkt maar die van Robert...daar
twijfelt hij over. Robert heeft zich al een paar weken niet geschoren en ziet er ondertussen uit als een landloper. We spelen het spelletje mee en lachen ons weer op weg. Zuid Vietnam lijkt niet
erg op Noord Vietnam. De mensen zijn wat beter benaderbaar en wensen ons ook veelvuldig een goed 2012. En 100 x per dag “hello” zeggen is echt genoeg dus we hebben die andere 1000 keer gewoon
vriendelijk geglimlacht. Het is hier heet en vochtig. Het is hier goed te fietsen want het is hartstikke vlak maar we missen de bergen en de koelte toch een beetje. De Mekong delta is ook
behoorlijk druk. De zeven etappes die we in de Mekong delta fietsen zijn door veel steden en dorpen met veel bebouwing. Bijna altijd fietsen we langs water, een druk bevaren kanaal of vlak langs
zee. We nemen diverse pontjes en gaan veel bruggen over. Steeds rijden we tussen massa’s brommers.
We hebben een tweetal filmpjes (zie ook bij video’s) gemaakt van eenwillekeurig dorpjemet kraampjes langs de kant en
1 van het binnenrijden van een stad metbrommerverkeerom jullie een goede indruk te geven. Ik weet niet wat we van te
voren verwacht hadden van de Mekong delta maar die drukte hadden we niet verwacht. We zijn toch meer van de landelijke weggetjes. Maar zelfs de landelijke weggetjes die zijn aangegeven zijn druk.
Hoewel het gebied ons wel een prachtig beeld geeft van het leven hier.Als we de tijd zouden hebben zouden we hier urenlang langs de kant van de weg kunnen zitten om mensen en hun gewoontes te
bekijken. Er gebeurt elk moment wel wat.Het kan zijn dat het komt doordat het bijna Chinees nieuwjaar is. Iedereen lijkt hierdoor ook een beetje hyper. De kraampjes en markten langs de route zijn
druk bezocht. We moeten zelfs af en toe afstappen omdat we er niet doorheen kunnen. Men slaat eten, nieuwjaarspakketten en gele bloemen in. Langs de gehele route wordt nl. volop in gele bloemen
gehandeld. Geel is de kleur van geluk en dus van een gelukkig nieuwjaar. Veel winkels en hotels hebben een boom met gele bloemen voor de deur staan. Vaak met kaarten en briefjes met gelukwensen
erin gehangen. De steden waar we overnachten zijn voornamelijk havenplaatsjes en we zien eigenlijk heel weinig toeristen. De hotels zijn in dit gebied wel beter dan in Noord Vietnam.
Na de vierde etappe, in de plaats Can Tho plannen we een rustdag. Even de benen en billen laten rusten en de laundry wegbrengen. Omdat we geen zin hebben in alweer een drukke warme stad zoeken we
op internet naar een andere mogelijkheid die we zo’n 5 km van de stad vinden in Resort Thanh Dat. Een hotel met een grote tropische tuin en direct aan de oevers van de Mekong Delta. Het is een
aangenaam verblijf in een mooie ruime kamer (zodat we de fiets lekker binnen kunnen zetten :-). Rustig is het echter niet. Het is nieuwjaarsvakantie en er zijn veel Vietnamese gezinnen en die
kunnen herrie maken ! Karaoke is favoriet. Gelukkig horen we dit alles niet als we op onze kamer zijn dus is het lekker slapen hier. Voor onze rustdag boeken we een privé bootje met gids naar een
aantal floating markets. Een erg leuke tocht en we leren veel over Vietnam en haar natuur en de mensen. De gids signaleert onze interesse voor de cultuur van de Vietnamezen en adviseert ons een
homestay in Vinh Long, onze volgende stop. Bovendien komt Oud en Nieuw er aan en het is leuk om daar de sfeer van mee te proeven. We maken graag gebruik van dit advies en zij regelt voor ons een
overnachting bij Mr. Triet en zijn gezin. Als we echter de volgende dag in Vinh Long aankomen en we contact opnemen met Mr. Triet kan of wil hij ons eigenlijk niet hebben en verwijst ons door naar
een andere homestay. We proberen de discussie nog wel aan te gaan want het verhaal van Mr Triet rammelt en afspraak is immers afspraak...maar feitelijk heeft het geen zin. Als we niet welkom zijn,
kunnen we beter vertrekken. We gaan naar de andere homestay en verblijven de nacht bij een gezin met 2 kleine kinderen. Tèt ofwel oud en nieuw wordt redelijk vergelijkbaar als de feestdagen bij ons
gevierd. Voor een kerstboom hebben zij een boom met gele bloemen. De kerststerren (plant) zijn hier gele bolchrysanten of afrikaantjes oid. De kerstkaarten worden vervangen door wenskaarten en er
wordt flink gegeten. Natuurlijk ontbreekt vuurwerk niet alhoewel dat bij ons op beperkte schaal was. Sterker nog....ik ben er doorheen geslapen en Robert heeft slechts een aantal knallen gehoord.
De kinderen gaan als ze groot genoeg zijn voor hun ouders staan en bereiden hiervoor een speech voor met de beste wensen en vertellen waar ze allemaal dankbaar voor zijn. Als dit allemaal in goede
aarde valt krijgen ze geld. De volgende dagen wordt ons veel “Happy New Year” toegeroepen.
En dan komt de eindbestemming in zicht en fietsen we 2 dagen vroeger dan gepland Ho Chi Minh City binnen. We hadden ons voorbereid op druk verkeer maar vinden het nog meevallen. Komt dat door de
nieuwjaarsvakantie? Het feest duurt hier nl. 10 dagen en veel mensen zijn vrij om het feest met familie te vieren. Ook in Ho Chi Minh is het Chinese nieuwjaar, het jaar van de draak, goed te
merken. De straten zijn verlicht en de stad is een bloemenzee. Helaas zijn door de feestdagen de souvenirsmarkten Ben Thanh en Saigon gesloten en ook zijn er veel winkels gesloten. Maar er blijven
genoeg winkels over om lekker wat souvenirs in te slaan en genoeg restaurantjes om de maagjes te vullen.
En dan is het zover.....we zijn uitgerijst en uitgereisd. De fiets moet worden ingepakt en we moeten ons klaarmaken voor de lange terugvlucht. We hebben in een krappe 9 weken ruim 2500 km gefietst
en ruim 1500 km met een taxi, boot of bus gereisd. De kortste fietsetappe was 29 km en de langste 154 km. We zijn door 4 landen gereisd en hebben enorm genoten.
Het is nog donker als we om kwart voor 6 in de morgen Siem Reap uitrijden om onze boot naar Phnom Penh te halen. Dat is op zich wel jammer want de route van ruim 10 km blijkt voornamelijk een
dirtroad te zijn met veel kuilen. We hebben geen licht dus het fietst erg ongemakkelijk. Ons achterlicht is gedurende de reis gesneuveld en een voorlicht hebben we überhaupt niet omdat we normaal
gesproken niet in het donker fietsen. Maar we komen ruim op tijd, om half 7, aan bij de speedboat aan die ons in 6 uur naar Phnom Penh zal brengen (35 USD per persoon en 12 USD voor de fiets). Onze
boot is een grote boot waar zeker 100 man op kunnen en de fiets gaat op het dak. De boot zou om 7 uur moeten vertrekken maar zoals we hier ondertussen gewend zijn komen pas tegen 8 uur de eerste
pick-up service busjes met passagiers aan en vertrekken we pas om half 9 met 1 ½ uur vertraging.
Bij aankomst in Phnom Penh nemen we ons intrek in een backpacker Guesthouse van de 19-jarige Nederlander Jasper Paas; #11 Happy. We kennen Jasper via via en hebben de voorafgaande maanden via
facebook al enig contact gehad. Het guesthouse is pas 2 maanden open sinds 11.11.11 en de ondernemende Jasper is met een aantal Cambodjaanse vrienden met horeca ervaring dit avontuur begonnen. De
kamer is basic met fan, eigen badkamer met warme douche en kost slechts USD 10 . De rooftopbar van het guesthouse is waanzinnig. Een gezellige loungebar waar we genieten van lekkere cocktails en
goede maaltijden met een tikkeltje westerse invloed. Dat het een succesvolle formule is blijkt wel want het 40 kamers tellende guesthouse is tot zijn nok toe gevuld. Respect voor deze jonge
ondernemers.
In Phnom Penh verdiepen we ons wat meer in de verschrikkingen die Cambodja in de 70er jaren hebben getroffen. De herinneringen van het nazi regime van Pol Pot en de Cambodjaanse - Amerikaanse
oorlog zijn duidelijk zichtbaar met name in het Tuol Sleng Museum. Het is goed om ook stil te staan bij deze gebeurtenissen maar af en toe moeten we de emoties wegslikken. Onbegrijpelijk dat mensen
elkaar deze gruwelijkheden kunnen aandoen en dat nog maar zo kort geleden.
De volgende dag vertrekken we naar Otres Beach. We willen tot Sihanoukville met de bus reizen (250 km) omdat de weg daar naar toe erg druk en smal is voor het vele verkeer. Als fietser ben je er
niet erg veilig. Het lukt de dames van #11 Happy ondanks de inspanningen niet om een bus voor ons te boeken. Door de moderne bussen wordt het vervoer van onze tandem ook in Azië steeds lastiger.
“Vroeger” kon de fiets altijd op het dak maar bij de moderne bussen is dat niet meer mogelijk. We overwegen een privé busje te boeken maar om kosten te besparen biedt Jasper aan zijn Cambodjaanse
vrienden in te schakelen om voor ons te onderhandelen voor een shared taxibusje. Normaal gesproken ben je dan per persoon zo’n USD 5 per persoon kwijt. Om 8 uur ‘s ochtends fietsen we achter de
brommer van 2 vrienden van Jasper aan op zoek naar een taxi naar Sihanoukville en dat duurt even. De normaal gesproken creatieve taxichauffeurs vinden onze fiets toch iets te groot om te vervoeren
en om rendabel te zijn moeten ze veel passagiers kunnen stouwen. Uiteindelijk maken we een deal voor 30 USD. Dat valt een beetje tegen maar de jongens hebben echt hun best gedaan en knopen ons bij
het afscheid nemen nog wel in de oren dat we pas op de eindbestemming moeten betalen. Dat geeft ons wel te denken. En dan begint het wachten. Zo’n shared busje vertrekt nl. pas als het echt vol is.
En dat is niet zoals bij ons maximaal 9 passagiers maar hier kunnen er gewoon 20 in. Ook in de achterbak of op het dak kunnen makkelijk een aantal passagiers plaatsnemen. Na 1 ½ uur wachten
vertrekken we opgevouwen en wel. Op een derde van de rit stopt de taxi. Hij gaat niet meer verder en de mede-passagiers vertrekken allemaal naar andere taxibusjes. Onze chauffeur vraagt ons een
gedeelte van de ritprijs te betalen maar wij weigeren en zeggen pas te betalen in Sihanoukville. En dan begint het onderhandelen. Onze chauffeur zoekt voor ons een ander busje die ons mee wil nemen
en als hij die eenmaal gevonden heeft moeten ze ook nog een prijs overeenkomen en dat duurt even. Wij wachten en kijken gelaten toe. Met een flink oponthoud kunnen we verder. Op zo’n 50 km voor
Sihanoukville stopt de taxibus wederom. Ook deze keer gaan we niet verder en regelt de chauffeur ons een andere taxi. We voelen ons een beetje “de kinderen die niemand wil”. Dit keer treffen we een
stationwagen en de fiets....die gaat gewoon op het dak en wordt met een aantal touwen vastgebonden. De prijs wordt weer onderling overeengekomen en we kunnen weer verder. Pas tegen 5 uur komen we
in Sihanoukville aan. We zijn 9 uur onderweg geweest voor een rit van ongeveer 250 km. Vanuit Sihanoukville fietsen we in 5 km naar Otres Beach, een tip van Jasper. En inderdaad...Otres Beach is
nog 1 van de weinige paradijselijke witte stranden, 3 km lang met wat kleinschalige accommodatie op het strand en nog niet overbevolkt. Het is al half 6 en bijna donker dus we moeten snel
accommodatie vinden maar dat duurt even want de meeste accommodaties zijn vol. We trekken na even zoeken in in nieuwe bungalows waarvan de faciliteiten nog in aanbouw zijn. De bamboo bungalows (USD
15) zijn helemaal klaar en verder prima. ‘s Avonds is het heerlijk dineren met de voetjes in het zand. We blijven 2 nachtjes....en genieten.
En dan wordt het eindelijk weer tijd voor een stevige fietstocht. We fietsen in 110 km naar Kampot waar we ons intrek nemen Moliden Guesthouse (USD 25 incl. ontbijt).In Kampot eten we ‘s avonds de
best ribs ever bij Rusty’s Keyhole. Boterzachte spareribs met minimaal 4 cm vlees op de ribben en een geweldige smaak. Heerlijk ! Als we de volgende ochtend langs de Mekong slenteren worden we
opgepikt door Huan. Tuktukdriver Huan is hier opgegroeid en wil ons voor USD 20 wel de hele dag rondleiden. We laten ons overhalen en maken een leuke tocht langs de peperplantages, zoutvelden, een
grot en door Kep met zijn crabmarket. Het is duidelijk dat Huan hier is opgegroeid. Hij kent veel weetjes over het gebied en kent ook iedereen. Hij brengt ons ook naar een pagode en we hebben een
heel gesprek met een monnik die graag alles over ons wil weten en Huan is onze tolk. Een leuke ervaring. Tijdens deze tocht lunchen we bij Guesthouse The Vine in the middle of nowhere. De ligging
tussen de peperplantages, de uitgestrektheid en het uitzicht van The Vine doet ons denken aan Kingfisher in Laos en we besluiten hier de volgende dag naar toe te fietsen om te overnachten alvorens
we de grens naar Vietnam weer zullen overgaan.
Na een paar relaxte dagen fietsen we vanaf Ecolodge Kingfisher over de dirtroad voor een korte tocht (36 km) naar Champasak, de uitvalsbasis voor Wat Phu. Champasak zelf ligt aan een prachtig
gedeelte van de Mekong. Wat Phu ligt 11 km van Champasak en heeft zijn oorsprong in de 6e eeuw en dat is vele eeuwen eerder dat de tempels in Siem Reap die we later deze week gaan bezoeken. Wat Phu
wordt dan ook beschouwd als de blueprint voor Angkor Wat en andere Khmer tempels in Cambodja. We betalen een entree van 30.000 Kip en klauteren omhoog. Helemaal vanaf de top hebben we een prachtig
uitzicht over de tempel en de ligging aan de Mekong.
De volgendedag fietsen we weer terug naar Pakse om onze etappes door Thailand voor te bereiden. Om naar Cambodja te fietsen kun je diverse grensovergangen kiezen. Wij pakken de route via Thailand
en gaan dus weer even een stukje links fietsen. We calculeren geruime tijd in om de grens over te gaan. Onze ervaringen van 3 jaar geleden bij de grensovergang van de Friendshipbridge (Vientiane)
van Laos naar Thailand staat nog vers in ons geheugen. Daar hebben we uren in de rij gestaan. Maar dit keer zijn we zeer welkom :-). Als we bij de grens bij het dorpje Vangtao aankomen halen we
eerst een stempel om Laos uit te mogen. Vervolgens wijst een vriendelijk man ons naar de immigration van Thailand. Als we daar het plein komen opfietsen gaat de hefboom al open en worden we
uitgenodigd om even binnen te komen. Het is buiten zo warm. We nemen plaats, vullen de formulieren in en beantwoorden wat vriendelijke vragen en klaar zijn we. De 2 grensbeambten komen hun domein
zelfs nog even uit om ons uit te zwaaien. Zijn we nu al klaar? Waar is de wachtrij? Maar niks hoor....we fietsen verrast verder. Omdat alles zo soepel verloopt zijn we al in het begin van de middag
in Buntharik op een kleine 100 km van Pakse. Buntharik is een provinciestadje en heeft wel een eenvoudige accommodatie maar is verder erg stoffig. We besluiten door te fietsen naar Phuchongnayo
National Park want daar moeten mooie bungalows zijn. We fietsen totaal 148 km en worden in het Nationale Park vriendelijk ontvangen door Khun Noi. Bij het park is alleen een klein winkeltje maar
Khun Noi regelt een eenvoudig diner en ontbijt voor ons.
De volgende dag is nog maar een klein stukje (41 km) naar onze volgende stop. Het is oudjaarsdag en we hebben gepland om in de farmstay Suan Loong Daeng van de Noor Trond en zijn vrouw Nok te
verblijven. Deze farmstay ligt in een prachtige natuur en we krijgen een bungalow met een geweldig terras aan het water. Echt prachtig en we genieten. We maken die avond kennis met Trond en een
aantal vrienden (2 Noren en 1 Australier met hun Thaise vrouwen) van het echtpaar en eten en drinken een glaasje mee. Wel een unieke ervaring om deze mensen zo te ontmoeten en hun ervaringen te
horen. Nieuwjaarsdag blijven we nog even een dagje op de farmstay en relaxen op ons terras in de prachtige natuur.
En dan moet het echt gebeuren. De omgeving waar we doorheen fietsen is prachtig en de routes niet al te zwaar dus we besluiten flink door te fietsen. De plaatsjes en de accommodatie op deze route
zijn verder niet echt uitnodigend om langer te verblijven. We fietsen van Nam Yun in 136 km naar bungalows op 11 km van Choam, de grens van Thailand met Cambodja. Vervolgens fietsen we de volgende
dag 154 km naar onze accommodatie in Siem Reap, Lotus Lodge. Met name de laatste tocht is zwaar omdat we de eerste 120 km geen schaduw hebben. De route heeft veel vals plat en bovendien hebben we
wind tegen. Pas als we in het Angkor gebied zijn krijgen we wat meer schaduw. Ook in Choam weer een bijzondere ervaring om de grens over te komen. We fietsen langs diverse gebouwen maar zien
feitelijk geen echte grensovergang. Totdat we worden ingehaald door een man op een brommertje die ons verteld dat we vergeten zijn een visum te halen. Natuurlijk hebben we niet de intentie zonder
visum Cambodja in te gaan en hadden we zeker zelf ook op de gedachte gekomen terug te fietsen. Maar goed, we fietsen terug, we hebben kennelijk iets gemist.
Als we een paar honderd meter terug fietsen opent een beambte een houten gebouwtje.....kennelijk is ie net wakker :-). We worden even streng toegesproken over de gevolgen als we zonder visum de
grens zouden zijn overgegaan maar daarna worden we vriendelijk verder geholpen. En na het nodige papierwerk mogen we ook hier weer vlot verder.
Dan Siem Reap.....een stad met veel toeristen. Het is een snelgroeiende stad met allerlei luxe voorzieningen voor toeristen. Toch heeft de stad charme. De night market is heel gezellig met veel
souvenirkraampjes en restaurantjes en pubs. De prijzen schieten wel de pan uit. Dit is de duurste plaats tot nu toe tijdens deze reis en dat in Cambodja. Maar ja, we genieten en nemen het er maar
van. We kopen een 3 daagse pas (40 USD per persoon) om het tempelgebied van Angkor te bezichtigen en we boeken een tuktuk. We zijn even lui en laten ons een paar dagen rijden. Het gebied is
prachtig en de tempels zijn indrukwekkend en wat zijn het er veel. We betrappen ons erop dat we soms wat blasé worden. Maar de tempels maken wel veel indruk.
Voor de bijna 700 km van Vientiane naar Pakse hebben we op het busstation van Vientiane buskaartjes gekocht voor de slaapbus. De route is niet echt de allermooiste of interessantste om te fietsen
en zo’n bus scheelt dan veel tijd zodat we ons kunnen blijven richten op de hoogtepunten. We hebben die slaapbussen al zien rijden en die zien er best goed dus kopen we een ticket voor 170.000 KIP
(17 euro) per persoon. Er moet nog even gebeld worden voor de fiets maar met het betalen van nog eens 100.000 KIP wordt dat ook geregeld.
De volgende dag om 20.30 uur is het vertrek van de slaapbus gepland. Om 19.00 uur zijn we op het Southern busstation, wat zo’n 10 km fietsen van Vientiane is, dus ruim op tijd. We moeten even
zoeken maar vinden al snel onze bus en deze lijkt in de verste verte niet op de slaapbussen die we hebben zien rijden. We zien de luxe slaapbussen veelal met een aantal toeristen erin vertrekken.
Onze slaapbus ziet er uit als een verbouwde “gewone” bus en onze medepassagiers zijn uitsluitend Laotianen. Het bedje in de bus is gewoon een vlak gedeelte van 1.10 meter breed bij 1.80 meter lang
met een dekje erover, 2 dekentjes en 2 kussens. We hebben de duurste tickets van de 3 keuzes geboekt. Hebben wij onze kaartjes bij het verkeerde loketje gekocht? De laadruimte in onze bus is
beperkt.......en daar staan we dan met onze tandem. Geen grote klep waar deze achter kan en ook boven op de bus is geen mogelijkheid. Terwijl ik oog hou op de bagage gaat Robert op onderzoek uit.
Na enige tijd komt hij al vloekend en verhit verslag uitbrengen. “Ze willen de tandem G#@^&* met touwen achterop de bus binden”. “Dat gaat G#@#%* echt niet gebeuren”. “Ze zijn gek hier en
hebben geen idee wat die fiets kost”. Ik zie ons in gedachten al de volgende ochtend met de reguliere bus vertrekken. Dat gaat ons zeker 2 dagen extra kosten. Maar.....na enig wachten en bakkeleien
wordt de fiets toch met 5 touwen op de achterkant van de bus gehangen en hij hangt behoorlijk stevig. Robert is niet helemaal gerust maar bekoelt wat en met een uurtje vertraging (natuurlijk)
vertrekken we op weg naar Pakse. We passen samen net in het bedje, lepeltje - lepeltje, maar moeten tegelijkertijd draaien. En steeds als de bus even stopt schiet Robert naar buiten om te kijken of
de fiets in orde is. De lucht in de bus is op een gegeven moment niet te harden. Een babytje in het bedje naast ons wordt verschoond en de luier gaat gewoon in het bagagevakje onderaan het bedje.
Maar wonderwel slapen we behoorlijk en vroeg in de ochtend arriveren we in Pakse. De bus is dan al voor meer dan helft leeg....we hebben een soort stopbus. De fiets wordt supersmerig maar nog
ongeschonden afgeladen en na een wasbeurt kunnen we weer op weg.
Pakse is de tweede grote stad van Laos maar niet echt spectaculair. We bezoeken de tempel, slenteren wat door de stad, nemen een footmassage en eten lekker bij Jasmin, een uitstekend Indiaas
restaurant. We besluiten de route wat om te gooien en de tocht naar de 4000 eilanden over te slaan. We vernemen dat de route naar de eilanden wat saai is en de eilanden erg toeristisch. Bovendien
moeten we weer met de bus terug naar Pakse en daar hebben we niet zo’n zin in. We willen liever wat extra dagen rust inbouwen en besluiten nadat we de route op het Bolaven plateau hebben gefietst
de kerstdagen in het prachtig gelegen Kingfisher Ecolodge door te willen brengen. We bellen even naar de lodge en maken de reservering....dat is gelukt, een mooi vooruitzicht.
Dan gaan we het plateau op. De 1e dag staan de Tad Fane watervallen op de rol. De route valt een beetje tegen....saai en een continue klim. Niet steil, maar toch ! Na 39 km zijn we blij dat we er
zijn en Tad Fane Resort is een prettig verblijf. De 2e dag is een prachtige route via Thateng naar Tad Lo. Je bent dan op het plateau met mooie natuur en fietst door dorpjes en langs vele
koffieplantages. In Tad Lo is wel een dure lodge maar we kiezen hier voor Tim’s Guesthouse. Tim’s guesthouse is klein en eenvoudig maar we vinden de sfeer erg leuk. In tegenstelling tot andere
guesthouses zijn hier wat backpackers en het leeft. We hebben een klein hutje (50.000 kip = 5 Euro) en de houten bak met het dunne matrasje waar we op slapen is loeihard maar het ziet er schoon
uit. We delen het douche en toilet met de andere gasten. ‘S Avonds is het gezellig bij Tim’s. Op de kaart staat een leuke variatie van Loa food en westers eten en het is gezellig druk. Met name de
Tadlo punch (lao lao met fresh lemon juice) valt bij ons in de smaak maar ook worden we verrast met het toetje. Sticky rice overgoten met chocoladesaus, banaan en geroosterde pinda’s. Wie verzint
nou zoiets?
Kerstavond willen we in het resort in Tadxe Phasouan doorbrengen maar als we daar al voor 12.00 uur aankomen zijn alle 16 bungalows vol. Men biedt ons een homestay (240.000 KIP voor 2 personen
incl. ontbijt en diner) aan in het etnische dorp wat bij het resort hoort. Het resort ziet er geweldig uit en we willen eigenlijk wel graag blijven dus we stemmen in. We krijgen de bachelor cabin
aangeboden. Het is een klein hutje van hooguit 2.50 cm bij 2.50 cm op 1 hoge paal en met een wenteltrap moeten we naar boven klimmen.. We hebben verschillende verhalen gehoord wat de betekenis is
van deze cabin. De meest voor de hand liggende is dat de bruidegom hier zijn laatste nacht doorbrengt ter voorbereiding van zijn huwelijk. Als we gaan kijken staat het leeg. Het moet nog worden
schoongemaakt en er worden matrassen, beddegoed en een klamboe geregeld. De “koude” douche en de toiletten zijn voor gezamenlijk gebruik met bewoners en bezoekers in het dorp. Ik ben normaal
gesproken in dit soort landen niet zo’n voorstander van matrassen op de grond maar Robert overtuigd me ervan dat er op deze hoogte weinig kans is op dieren met pootjes. Hooguit als ze vleugels
hebben. De hele dag door bezoeken groepen belangstellenden ons onderkomen voor die nacht. Het moet voor hen een vreemd gezicht zijn om zo’n grote oranje tandem onderaan het hutje op een paal te
zien staan. Lekker authentiek !
Nadat onze kamer is ingericht ziet het er geweldig sfeervol uit en we vinden ons onderkomen leuker dat de bungalows. Het is sober maar het ziet er schoon en netjes uit. Helaas krijgen we die nacht
een verassing. Als we ongeveer 2 uur op bed liggen horen we een zielig gepiep. Er is geen stroom, dus geen verlichting en met een zaklamp gaan we op onderzoek uit. Uiteindelijk vinden we naast de
het kussen van Robert op het randje van het matras binnen de klamboe een levend babyratje, die dag nog geboren denken wij want de oogjes zijn nog dicht. Die rat kan niet zelf naar boven geklommen
zijn en we denken dat het in het matras gezeten heeft die uit de opslag is gekomen. Gelukkig is het diertje nog niet echt bewegelijk en we zetten het buiten maar de nachtrust is danig verstoord.
De volgende dag fietsen we de 80 km naarKingfisher Resortwaar we 3 nachten zullen blijven en de kerstdagen zullen doorbrengen. Kingfisher is
buitengewoon sfeervol en fraai gelegen en is opgezet door de Italiaanse Massimo en zijn Laotiaanse vrouw On. Vanaf het terras van onze kamer met gedeelde douche en toilet (met 4 kamers) hebben we
uitzicht over de wetlands waarin de waterbuffels grazen. We zien ook veel vogels en we worden wakker geloeid door olifanten. Er worden hier veel trekkings met olifanten gemaakt en je kunt zelf de
commando’s leren om ze te kunnen besturen. Het is prachtig en het restaurant is uitstekend met een combinatie van Lao food en Italiaanse gerechten. We genieten. Heerlijk even helemaal bijkomen.
Met het vertrek uit Luang Prabang beginnen we aan de route naar Vientiane. Dit prachtige stuk Laos hebben we 3 jaar geleden ook gefietst. We hebben het schitterende karstgebergte nog vers in ons
geheugen en vinden het zeker geen straf dit stuk weer te fietsen. We prijzen ons zelfs gelukkig. We gunnen het iedereen dit prachtige gebied te doorkruisen.
De 1e en tevens zwaarste dag van deze ca. 450 km lange route hebben we omgedoopt in de dag van de onnozelen. Niet denken en gewoon doen. Want na ruim 30 km op een flink heuvelachtige weg begint de
1e klim van die dag. In 16 km klimmen we van 350 meter naar 1050 meter om vervolgens in een afdaling van 16 km weer terug te dalen naar 350 meter. En dan volgt de tweede klim van 22 km dit keer
waarbij we weer gaan stijgen tot 1440 meter. De totale tocht is ruim 80 km en we zitten bijna 7 uur op de fiets (gerekend excl. pauzes) met vooral in de middag de zon aan een heldere hemel. We
concluderen dat de tandem eigenlijk te zwaar is voor dit soort lange klimmen. Het klimmen gaat tergend langzaam. Hoe zouden we het ervan afbrengen met 2 solobikes? We verwerpen deze gedachten
echter weer snel.....we zijn en blijven fervente tandemrijders. In tegenstelling tot 3 jaar geleden komen we opvallend fit boven. Zou het harde zwoegen in Vietnam ons sterk hebben gemaakt? In
Kiewkacham verblijven we hetzelfde eenvoudige guesthouse dat we nog kennen en genieten van het prachtige uitzicht vanaf het achterterras over het karstgebergte. Een lange en diepe slaap volgt.
De 2e dag naar de hotsprings heeft niet van die lange klimmen maar is niet minder zwaar. De weg is flink heuvelachtig en de langste klim is zo’n 7 km. Maar wat is het mooi hier ! We merken op de de
Loatianen wat vriendelijker en opener zijn dan de Vietnamezen en we genieten weer van het “Saibaidee” geroep van de kinderen. In de afgelopen 3 jaar zien we dat de dorpen verder ontwikkeld zijn. De
dorpen zijn groter en we zien steeds meer stenen huizen. Ook de mensen zien er verzorgder uit. Na zo’n 80 km is het in de hotsprings weer lekker bijkomen. De hutjes zijn wel behoorlijk achteruit
gegaan en niet echt schoon maar de sfeer is er nog steeds en het restaurant is er uitstekend. Het waterpeil in de springs is fors naar beneden gegaan maar we hebben geen keus...ons hutje heeft geen
douche dus is het badderen in de hotsprings noodzakelijk om ons van de zweetlucht te ontdoen.
De 3e dag brengt ons naar Vang Vieng en verlaten we helaas het gedeelte met Karstgebergte. We zijn een maand eerder dan de vorige keer en dat is duidelijk te zien. Het is veel groener nu. Zo’n 10
km voor Vang Vieng wordt de weg steeds slechter. Vang Vieng zelf is nog steeds niet veel aan. Hoe is het mogelijk dat hier een Lloret de Mar-achtige sfeer is ontstaan midden in Laos? Vanaf een
terras bekijken we de jonge toeristen die vooral dronken en stoned zijn en soms gewoon neervallen.
Vanaf Vang Vieng fietsen we in ruim 100 km naar het Napakuang Resort. De weg is vreselijk slecht geworden en zo gemiddeld elke 200 meter fietsen we weer enkele tientallen meters over gaten, keien
en dirtroad.. Door het langs razende vrachtverkeer en de toeristen busjes zitten onze neuzen, oren, haren en bagage onder de rode stof. De mensen proberen hier en daar de weg wel nat te houden
zodat het stof minder uitwaait maar om te fietsen is die modder ook niet echt geweldig. We zien er niet uit als we in Napakuang aankomen. Napakuang ligt geweldig mooi maar mist helaas de sfeer die
het nodig heeft. We zijn de enige gasten en door de doodse sfeer lijkt het een beetje vergane glorie. Iedereen is er echter reuze vriendelijk en er ontbreekt ons aan niets. We hebben een smakelijk
diner in het restaurant en liggen vroeg onder de wol. De volgende dag vertrekken we vroeg om de bijna 100 km naar Vientiane te fietsen.
Deze 5e dag is een beetje saai. Het landschap blijft bijzonder maar de prachtige natuur hebben we achter ons gelaten. Het is een lange en zinderende dag met lange rechte wegen. We moeten regelmatig
afstappen om het vol te kunnen houden. Rond 3 uur fietsen we Vientiane binnen. Het is even zoeken naar een geschikt guesthouse en uiteindelijk belanden we alsnog in het ons bekende Lao hotel. De
guesthouses hebben geen plaats voor onze fiets. In Vientiane is het heerlijk even bijkomen met een Lao beer, een footmassage, een pedicure, een kappersbehandeling en ‘s avonds een heerlijke pizza
met Lizzy en Stephan, 2 engelse fietsers bij Le Provencal, DE pick uit de lonely planet.
De vrije dag in Vientiane brengen we gedeeltelijk door in de Scandinavian Bakery. Even lekker koffie drinken, bijlezen op internet, het verslag maken, foto’s sorteren en de komende route bekijken.
Vanavond om 20.30 uur gaat de slaapbus naar Pakse. De bijna 700 km naar Pakse doen we per bus om daar onze route weer op te pakken. We zijn benieuwd of zo’n slaapbus ons past. We kijken er niet
echt naar uit. Maar de andere busdiensten doen er zo’n 5 uur langer over dan de 9 uur die ons nu te wachten staan.
De foto's die bij dit verslag horen hebben we in Luang Prabang verzonden. Helaas was de internetverbinding zo dramatisch dat de foto's niet goed werden geladen. Er zijn wat dubbele foto's geladen,
een aantal foto's niet geladen en reacties weggevallen. Als het goed is zijn nu alle foto's geladen, dus kijk nog maar een keer als je volledig op de hoogte wilt zijn :-)
De laatste 3 etappes in Vietnam zijn wederom pittig tot erg pittig tot soms niet meer leuk pittig. We fietsen door een dunbevolkt en schitterend gebied. Veel dames dragen nog steeds de traditionele
kledingdracht. We fietsen van Yen Chau naar Son La. In Son La kiezen we voor een duur hotel (USD 30) voor een beetje comfort. Als we de keus hebben waarom dan niet? Dit is echter een grote
teleurstelling. De kamer is wel okay maar in de eetzaal vieren de ratten feest en zijn we snel uitgegeten. De volgende dagen is het koud en bewolkt. We fietsen van Son La naar Tuan Giao (90 km) en
gaan wederom een pas van 1444 meter over. De top ligt in de mist...en we klimmen dan ook een paar uur in een kleine wereld, een vreemde gewaarwording. In Tuan Giao vinden we een paradijsje; cafe
Hong Ky. Een klein sfeervol guesthouse met een goed restaurant. Eindelijk ! Hier is het even lekker bijkomen. Ook de laatste tocht naar Dien Bien Phu is weer zeer fraai (83 km) en wederom pittig.
De bergen gecombineerd met de kleine dorpjes en bijzondere leefomstandigheden van de mensen maken in dit gebied indruk. De mensen zijn zowel gastvrij als terughoudend. We voelen de nieuwsgierigheid
maar als we te dicht bij komen dan haken ze af. Als we langs de kant van de weg willen gaan picknicken worden we uitgenodigd om op het terras van hun huis onze maaltijd te nuttigen. Matjes worden
neergelegd en thee wordt ingeschonken. Maar als we dan een foto willen maken worden ze erg verlegen.
In Dien Bien Phu hebben we een rustdag gepland om de volgende dag naar Laos te vertrekken. De plaats Dien Bien Phu is niet heel erg inspirerend maar het is wel prettig om na 7 dagen fietsen even
bij te komen. We ontmoeten we 3 franse fietsers die vanuit Laos zijn komen fietsen, de omgekeerde route als die wij doen. ‘s Avonds tijdens het eten delen we naast een slechte maaltijd (kipschotel
met botten, vel, kop en poten in het geheel erin) onze ervaringen. De grensroute Laos - Vietnam is volgens de Franse fietsers niet te doen in 1 dag. De weg is slecht met veel dirtroad en een laag
kiezelgruis. Zij hebben het niet in 1 dag gered en hebben toen het donker werd bij een huis aangeklopt met de vraag er te mogen slapen. Dat is hen gelukkig gelukt maar de verhalen van onze Franse
vrienden doet ons besluiten de bus naar Muang Kouai te nemen. We kopen een tickets voor VND 100.000 per persoon (2 Euro) en moeten voor de fiets nog eens VND 200.000 betalen :-).
Dan volgt nog onze rustdag. De zoon van het echtpaar Hong Ky van het guesthouse gisteren heeft hier een restaurant en daar genieten we van een heerlijk vroeg diner (of late lunch)
De volgende ochtend om 04.45 uur staan we bij het busstation. De bus moet om 05.30 uur vertrekken. Echter geduld is in dit soort landen noodzakelijk. Als we eenmaal opgeladen zijn vertrekken we met
1 uur vertraging......het kost vervolgens nog 2 uur om iedereen en alles op de route in Dien Bien Phu op te laden en na 3 uur bussen hebben we er pas 5 km opzitten. Ook de grensovergang kost veel
tijd. Eerst iedereen eruit om een stempel te krijgen om Vietnam uit te gaan en vervolgens 6 km verderop iedereen eruit om een visum voor Laos te regelen. Na een lunchstop halverwege komen we
uiteindelijk pas om 15.00 uur aan in Muang Kouai. Helaas te laat om nog de gewenste doorverbinding per boot naar Nong Khiaw te halen. We zijn genoodzaakt een nachtje in Muang Kouai door te brengen.
We zijn hier in eerste instantie niet erg enthousiast over maar vinden alsnog een zeer basic guesthouse met restaurant dat prima bevalt.
Volgens onze gastvrouw vertrekt de boot de volgende ochtend om 7 uur. Maar na enig navragen blijkt deze pas om 9 uur te vertrekken. Niets is echter minder waar. Als we om 8 uur bij het tickethuisje
staan blijkt maar weer dat we in dit soort landen geduldig moeten zijn. Er worden pas tickets verkocht als zich minimaal 12 personen melden dus is het wachten op meer passagiers. Uiteindelijk
vertrekken we even over 10 uur met een longboats en en betalen hiervoor KIP 120.000 (12 Euro) per persoon en KIP 50.000 voor onze fiets naar Non Kiaw. De boottocht over de Nam Ou is waanzinnig
mooi. We hebben na 4 uur zitten op het smalle plankje houten billen en als we aankomen besluiten we het voorgenomen plan om direct naar Pak Mong door te fietsen te laten varen. We blijven in
nachtje in Non Kiaw want het bevalt ons. Prachtige natuur en een sfeervol dorpje. We vinden een leuk bamboe hutje en genieten van de ondergaande zon.
De volgende ochtend doen we rustig aan eten geweldige pannenkoeken met kokosmelk, jam en gember bij Delilah. Na een lunch bij Mr Deen waar we de 'best curry ever' eten fietsen we in 2 uur naar Pak
Mong met het plan de volgende ochtend naar Luang Prabang te fietsen (zo'n 112 km). Het guesthouse in Pak Mong is echter niet fris. Een onvriendelijke dame toont ons ongeïnteresseerd de kamers en
het beddegoed is smerig en beslapen. Robert doet zijn best nog even om schoon beddegoed te regelen maar ondertussen heb ik een onderonsje met een chauffeur van een open taxibusje. Hij moet naar
Luang Prabang en is bereid ons voor KIP 100.000 (10 Euro) mee te nemen. We besluiten het lot zijn gang te laten gaan 'go with the flow'en met enige spijt (want we willen liever fietsen) stappen we
in. Om half 6 worden we bij het busstation in Luang Prabang gedropt en fietsen we nog een paar kilometer het centrum in. We vinden een mooi Guesthouse aan de Mekong (Mekong Sunset) en genieten van
de avond in Luang Prabang. Hoewel LB naar ons gevoel nog toeristischer en commerciëler is geworden als we in ons gedachten hadden blijft het relaxed genieten. We struinen wat door de straten,
hebben een fantastisch ontbijt bij Joma, we nemen een foot- en schouder massage en we bereiden onze route richting Laos voor. In de avond hebben we een geweldig diner bij restaurant Tamarind even
buiten het centrum van Luang Prabang. We treffen het enorm dat we hier terecht gekomen zijn. Typische Laotiaanse gerechten maar dan met smaak en stijl geserveerd. Als voorgerecht nemen we
bijvoorbeeld een plateau met verschillende bites. Heerlijk om zo van alles een beetje te proeven en als hoofdgerecht bestellen we 3 soorten gerechten uit het menu en alles is even lekker. Voor de
liefhebber die denkt....hier moet ik ook naar toe....reserveren is gewenst.
Na deze voortreffelijke maaltijd en gezellig avond liggen we om 22.00 uur op bed. Morgen is het vroeg dag......we gaan de monstertocht naar Kiewkacham weer maken en willen om 06.00 uur vertrekken.
Daar gaan we dan...we fietsen als volwaardige Vietnamezen zigzag Hanoi uit. Jammer dat we geen cameraatje op onze helm hebben want het voelt spectaculair. Die Vietnamezen houden met niks en niemand
rekening en toeteren er lustig op los. Vaak toeteren ze ook als groet want als we opkijken wordt er enthousiast naar ons gezwaaid. De 1- en meerhoornige toeters hier zijn echter erg indringend en
luid en doet echt pijn aan de oren. De vervuiling van de brommertjes in het centrum van Hanoi is op zich nog wel te doen. Daar hadden we niet veel last van. Maar als we na een uur fietsen nog
steeds door het drukke verkeer op de vierbaans wegen Hanoi uit proberen te komen zitten onze neuzen en longen bomvol met uitlaatgassen en stof. We begrijpen nu waarom de meeste Vietnamezen een
mondkapje dragen en we besluiten ons aan te passen.
Langzaam aan wordt het wat rustiger op de weg en rijden we een bergachtig gebied in. We zien rijstvelden, theeplantages en steenfabrieken en na 78 km eindigt onze tocht in Hoa Binh.
We vervolgen de route de volgende dag met een tocht naar Moc Chau door een indrukwekkend berglandschap. Naast diverse korte klimmen moeten we een behoorlijke pukkel opklimmen van 14 km totaal met
een stijgingspercentage tot 9 %. Het is nog even inkomen maar het mooie landschap maakt veel goed. Na een heerlijke beefburger :-) bij een te dure lodge (€ 120 per kamer) fietsen we door naar een
homestay in Lac. Volgens de documentatie moet dit echt super zijn. Lac is snel gevonden maar het dorp is aardig uit te kluiten gegroeid en heeft talrijke homestays en tientallen dezelfde
souvenirwinkeltjes. Er zijn veel toeristen en als we na veel zoeken de homestay van Mr. Binh vinden die ons is aangeraden, zit deze vol met een groep luidruchtige Nederlanders. We nemen onze intrek
bij de buren. We krijgen een eenvoudige (en stoffige) kamer waar alleen een bed in staat. Verder helemaal niets. Het bed is zonder beddengoed. Om handdoeken moeten we vragen en gelukkig hebben we
onze eigen lakenzak bij ons. En toch is het grappig om in deze huizen op palen een overnachting door te brengen. De mensen zijn gastvrij en de sfeer is aangenaam en we worden goed verzorgd.
Dan volgt een loodzware dag. We vervolgen onze reis naar Moc Chau en we klimmen naar de pas op 1200 meter, een totale klim van 26 km. En daarmee is het nog niet gedaan en blijven we af en aan
klimmen. Het wordt steeds stiller op de weg, hier komt echt geen toerist. We hebben voldoende water, fruit, brood en “sticky rice in Bamboo” bij ons en dat is nodig ook. Alleen de kinderen spreken
hier een beetje engels en begroeten ons met “sabaai” of “hello”. Ze fietsen of rennen vaak een stukje mee of beginnen een praatje. What’s your name? How are you?
1 jongetje hield het lang vol en wees vervolgens begeerlijk naar ons fruit en “sticky rice in bamboo” wat we achterop de fiets binden. I don’t like mais, can I have that? Nu kunnen we ons goed
voorstellen dat de bevolking in dit gebied veel mais eet. We zien de hele dag door schuren vol mais (bewerkt en onbewerkt) en wagens vol mais rijden af en aan. Zelfs de afgekloven kolven worden
opgeslagen. We vrezen dat dat jongetje weleens 300 dagen per jaar mais moet eten.
Uiteindelijk komen we behoorlijk uitgerafeld aan in het dorp Moc Chau. De hotelkamer is ruim, beschimmeld, heeft vies (beslapen) beddengoed maar ziet er verder redelijk schoon uit. We kijken niet
meer onder de bedden, die fout hebben we eerder gemaakt. We eten wat in de straat en om 20.00 uur liggen we in onze eigen lakenzak en slapen direct in.
En dan naar Yen Chau, een makkelijke tocht met een afdaling van 45 km. We rijden nu echt door het gebied van de “Black Thai” en het wordt weer stiller. Op het platteland lijkt de tijd stil te
hebben gestaan. De dames dragen hun haar hoog opgebonden met kleurige doeken erover. Het landschap is echt adembenemend mooi. We denken dat de bevolking ons net zo interessant vinden als wij hen.
Ze zwaaien en giechelen als we voorbij zijn en al het werk wordt stilgelegd om naar ons te kijken. Onze eindbestemming Yen Chau is vergelijkbaar met de eerdere grotere dorpen waar we hebben
geslapen. De schoonheidscommissie is er niet aan te pas gekomen. De kamer in het hotel is vergelijkbaar met gisteren, dusse......ogen toe en gewoon gaan slapen.